1194-1184 v.Chr.

Trojaanse oorlog . In 1184 v.C wordt Troje ingenomen door de Grieken door middel van een houten paard

800-500 v.Chr.

Stadsstaten (Athene, Sparta) koloniseren kusten rondom de Middellandse en de Zwarte Zee.

800 v.Chr.

De grote dichter Homerus verzamelt oude gedichten en voegt ze samen tot twee epische gedichten: de Ilias en de Odyssee.

776 v.Chr.

Eerste Olympische Spelen. In Olympia (een vlakte in Zuid-Griekenland) werden de eerste Olympische spelen gehouden (daarna om de vier jaar, tot 394 n.C.)

753 v.Chr.

Stichting van het Romeinse Rijk in Rome door Romulus en Remus; Romulus werd Romes eerste koning.

600 v.Chr.

Begin van de democratie in Athene. De eerste Griekse munten.

600 v.Chr. (ongeveer)

De voor-filosofische periode wordt vaak de "mythische tijd" genoemd. Een "mythe" is in het algemeen een verhaal, maar gaat meestal over

510-470 v.Chr.

Perzische oorlog. In 490 voor Chr. valt Keizer Dareios met een leger van 25.000 manschappen Attica, maar wordt door het 10.000 man sterke leger van Athene verslagen in de veldslag van Marathon. In 480BC probeert zijn zoon Xerxes opnieuw Griekenland te veroveren, over land en zee. Het Griekse leger trekt zich terug tot in Isthmus (Corinthe) waar ze de vijand verslaan op zee. In 477 voor Chr. wordt het Delisch Verbond opgericht met Athene als leider. Vrijwel alle stadsstaten in Griekenland, en veel eilanden van de Ege?sche en de Ionische zee namen er aan deel. Doel was een (eventuele) nieuwe aanval van de Perzen georganiseerd het hoofd te kunnen bieden.

469-399 v.Chr.

Socrates heeft geen boeken geschreven. Hij beoefende de filosofie in het gesprek, op straat en bij vrienden thuis. We kennen zijn methode en zijn gedachten uit de geschriften van anderen, van wie Plato de belangrijkste is. Het ging Socrates niet zozeer om theoretische kennis, maar om zelfkennis. In 399 werd hij op beschuldiging van ongeloof en bederf van de jeugd ter dood veroordeeld. Hij aanvaardt het vonnis, drinkt de gifbeker en sterft.

470-430 v.Chr.

bloeitijd van Athene

450 v.Chr. (ongeveer)

Athene werd een democratisch bestuurde stad

431-404 v.Chr.

Strijd tussen Sparta en Athene (Peloponnesische oorlog); deze eindigde met de val van Athene. Dit betekende meteen het einde van het Delisch Verbond.

427-347 v.Chr.

Plato was aanvankelijk een sportman en een dichter, maar raakt door zijn ontmoeting met Socrates in 407 ge?nteresseerd in filosofie. Het verhaal gaat dat hij zijn gedichten in het vuur wierp en een trouwe leerling van Socrates werd. Zijn literaire capaciteiten zijn terug te vinden in zijn geschriften, waarin hij in de vorm van dialogen de levendigheid van de gesprekken met Plato en het leerproces van zijn leerlingen weergeeft. Plato stichtte omstreeks 387 ook een school, die meer dan 900 jaar heeft bestaan tot 529 na Christus.

341-270 v.Chr.

Epicurus stichtte een school waarin leven en filosofie totaal met elkaar waren verenigd. Hij schrijft een sober leven voor, met rust en beschouwelijkheid, waarin de emoties in de hand worden gehouden. De wetenschap is volgens hem ondergeschikt aan de ethiek: zij moet de verschijnselen verklaren, om te laten zien dat er geen reden is voor angst voor de dood, en om een leven te kunnen leiden dat vrij is van verwarring.

399 v.Chr.

Sokrates werd door de Areopagus tot de gifbeker veroordeeld.

390 v.Chr.

Rome ingenomen door de Galli?rs.

387 v.Chr.

Plato stichtte in Athene zijn Academie.

338 v.Chr.

Koning Philippus van Macedoni? (359-336), bij wie Aristoteles? vader huisarts was, verslaat de Griekse steden.

336 v.Chr.

Koning Philippus van Macedoni? wordt door Pausianus vermoord. Alexander de Grote komt aan de macht, die op dat moment 23 jaar oud is. Vanaf 334 verovert hij achtereenvolgens heel Perzi? en Egypte. Onmiddellijk daarna gaat hij verder naar Indi?. Hij sterft door oorlogswonden in 323, 33 jaar oud.

250 v.Chr. (ongeveer)

Onstaan van het Scepticisme als een afzonderlijke wijsgerige discipline. Arcesilaus , de vijfde opvolger van Plato, en Carneades, de stichter van de Nieuwe Adademie staan aan de basis hiervan. De stroming wordt ook wel pyrrhonisme genoemd naar Pyrrho (360-270) die leerde dat we de dingen alleen maar kennen zoals ze aan ons verschijnen, maar dat we niets kunnen zeggen over de wijze waarop ze werkelijk bestaan. Tegenover iedere uitspraak die je kunt verdedigen, kun je ook het tegendeel van argumenten voorzien. De romein Sextus Empiricus zet in de tweede eeuw na C. de geschiedenis van de scepsis uiteen, wat nog steeds de belangrijkste bron is over deze discipline.

323 v. Chr.

Het Macedonische Rijk van Alexander de Grote valt na zijn dood in handen van de Diadogen.

146 v.Chr.

De Romeinen veroveren Griekenland. Griekenland wordt een Romeinse provincie. Tot in 250 als de Pax Romana aftakelt door de inval van de Gothen.

73-71v.Chr.

Slavenopstand in Rome onder leiding van de gladiator Spartacus; wordt bloedig onderdrukt onder leiding van Gaius Iulius Caesar (100-44 v.Chr.)

51 v.Chr.

Caesar onderwerpt Galli? en Belgi?. In 49 en 48 v. C volgt resp. Spanje en Egypte.

17 - 14 v.Chr.

Augustus is keizer van Rome0
Geboorte Christus

54-68

Nero is keizer van Rome.

65

Seneca (geb. 4 v. C ) wordt als hij 69 jaar oud is door Nero wegens samenzwering gedwongen om zichzelf te doden. Seneca is een Romeinse filosoof die in een omvangrijk oeuvre een rationalistische ethiek doceert. Denken, doen en zijn horen volgens hem bij elkaar: wat kan gebeuren, kan ook worden gedacht, en door middel van het denken kunnen we ons ook voorbereiden op ellende die ons kan overkomen. Leden van de school van Seneca heten de Sto?cijnen.

79

Uitbarsting van de vulkaan de Vesuvius verwoest de stad Pompe?

100 (ongeveer)

Rome bereikt onder keizer Trajanus zijn grootste omvang. Bloeiperiode van het Romeinse rijk

354-430

Augustinus geldt als de grootste kerkvader, maar is toch niet altijd christelijk geweest. Hij werd geboren als zoon van een Romeinse centurio en een christelijke vrouw, maar kwam tijdens zijn studiejaren in contact met het maniche?sme waarvan hij een vurig aanhanger werd. Volgens deze leer zouden het licht (het goede) en de duisternis (het kwaad) een eeuwige strijd voeren. Maar rond zijn dertigste twijfelt hij aan dit geloof. Hij maakt kennis met het neo-platonisme, wat een blijvende indruk op hem maakt. Door de preken van de bisschop Ambrosius in Milaan, en na een intense geestelijke zoektocht die hij beschrijft in zijn Confessiones, bekeert hij zich uiteindelijk toch tot het christendom. Zijn werk heeft veel invloed op de filosofie in de middeleeuwen, en wordt nog steeds gelezen.

395

Splitsing van het Romeinse Rijk in oost en west. Griekenland komt bij het oostelijke of Byzantijnse deel, West-Europa bij het Westromeinse Rijk.

476

Einde van het Westromeinse Rijk. Odoacer, bevelhebber van Germaanse huurtroepen, verovert Rome, zet de Romeinse keizer af en laat zich uitroepen tot koning van de Germanen in Itali?.

500-1500

Middeleeuwen. De term 'Middeleeuwen' ontstaat in het vijftiende-eeuwse Itali?, waar in de Renaissance opnieuw belangstelling ontstaat voor de Klassieke Oudheid. In kringen van humanisten worden de eeuwen die volgen op de val van het Romeinse rijk, 'medium aevum' genoemd - een duistere 'tussentijd' waarin het licht van de antieke beschaving dooft en er barbaars Latijn gesproken wordt. Maar binnenin deze periode kan er nog een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende tijden. Van 700 tot 1000 wordt gezien als een tijd van verval in West-Europa, na 1000 is er sprake van een bloeitijd.

500-1500

Middeleeuwen. In de middeleeuwse filosofie speelt het Christendom een grote rol. Het is niet zo dat de filosofie een verkapt soort theologie is, maar de christelijke invloed valt niet over het hoofd te zien. De filosofie is in deze periode gericht op thema?s die nauw samenhangen met het geloof zoals de vraag of de ziel onsterfelijk is, of de vrije wil bestaat of door God wordt bepaald, of God almachtig is of niet (dit staat op gespannen voet met de vrije wil, maar roept ook vragen op over het bestaan van het kwaad: wordt het kwaad ook door God veroorzaakt?) en de bewijzen voor het bestaan van God.

622

Mohammed (580-632), de grondlegger van de Islam, vlucht van Mekka naar Medina. Begin van de Islamitische jaarrekening.

711
Arabieren veroveren Spanje onder leiding van Tarik. In 732 worden zij verslagen bij de slag van Poitier in Frankrijk. In 750 komt er een voorlopig einde aan de Arabische veroveringen.

800

Karel de Grote wordt in Rome door paus Leo III tot Keizer gekroond. Hij wordt geboren bij Aken en bouwt een gebied op dat ongeveer overeenkomt met het Westromeinse rijk. Na hem regeert zijn zoon, Lodewijk de Vrome tot 840.

900

Ontstaan van het graafschap Holland in de Kennemerduinen.

900-1600

Scholastiek. De Scholastiek is een filosofische school die wordt gekenmerkt door een streng analytische methode, die verloopt volgens een geijkt stramien: de lectio, oftewel de lezing van de tekst, de quaestio, waarin de probleemstelling geformuleerd werd waarvan de oplossing dieper inzicht in de tekst moest verschaffen en vervolgens de disputatio of quaestio disputata, waarin een confrontatie met andere oplossingen plaatsvond en vrijelijk gediscussieerd mocht worden over het aangesneden onderwerp. De filosoof Thomas van Aquino werkt bijvoorbeeld volgens dit stramien.

980-1037

De Perzische filosoof en medicus Aboe Ali al-Hasan ibn Abdallah ibn Sina (Avicenna) heeft een onrustig leven geleid, omdat hij steeds in korte diensten werkte als arts bij verschillende vorsten. Maar ondanks dat heeft hij een omvangrijk oeuvre nagelaten, waaronder zijn medische encyclopedie en beschouwingen op de menselijke ziel. Hierbij maakt hij onder meer gebruik van Aristoteles. Zijn filosofie had veel invloed op middeleeuwse denkers in Europa.

1054

Scheiding van de Katholieke Kerk en oprichting van de Orthodoxe.

1095

Paus Urbanus II roept Christenen voor het eerst op voor een kruistocht.

1126-1198

De Marokkaans-Spaanse filosoof, jurist en arts Aboe?l-walid Mohammed ibn Ahmed inb Mohammed ibn Roesjd (Averro?s) had veel bewondering voor Aristoteles. Hij schreef 38 commentaren op Aristoteles werk. Maar heeft daarnaast ook eigen werk geschreven, zoals ?Het beslissende traktaat?, waarin hij pleit dat de koran allegorisch moet worden ge?nterpreteerd als deze in strijd is met de waarheid. Daarnaast heeft hij in De onsamenhangendheid van de onsamenhangendheid op juridische gronden de aanklacht verworpen dat filosofen zoals Aristoteles zich schuldig maken aan ketterij.

1225-1274

Thomas van Aquino. Aquino was een dominicaanse monnik en een filosoof/theoloog die veel invloed had op de filosofie van de tweede helft van de middeleeuwen. Aristoteles? werken waren in zijn tijd bekend, maar veroorzaakten ook veel verwarring. De werken van deze heidense filosoof waren namelijk moeilijk te verenigen met de Christelijke filosofie van Augustinus, die het denken van de meeste geleerden inspireerde. Aquino?s levenswerk bestaat in een vereniging van beide denk-tradities. Hij bestudeerde de vragen die de discrepanties tussen het werk van beide filosofen opriepen, en formuleerde antwoorden. Zijn belangrijkste werk is de Summa theologiae.

1254

Start van de bouw van de domkerk in Utrecht.

1270

Omstreeks deze tijd wordt de amstelredam gebouwd. Hier onstaat later Amsterdam.

1300-1500

Crisis in Europa: achteruitgang van de handel, oorlogen en ziekte-epidemi?n kenmerken het dagelijks leven. Rond 1350 sterft een derde van de bevolking in Europa door een pest-epidemie.

1300 (ongeveer)

Het tot ridder slaan komt in gebruik en de ambachtslieden gaan samenwerken in gilden.

1337-1452

100-jarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Engeland houdt in Frankrijk uiteindelijk alleen Calais over.

1378

Er komen twee pausen: ??n in Avignon en ??n in Rome. De eenheid in de kerk dreigt verloren te gaan.

1400-1650 (ongeveer)

Het humanisme van de renaissance is vooral gericht op een her-ontdekking van de bronnen uit de oudheid. Er is niet echt sprake van een nieuwe filosofie, maar vooral van een nieuwe moraal. Men vindt het niet langer voldoende dat de mens als mens wordt geboren en door het doopsel in het paradijs terecht zal komen, maar vindt dat hij zich ook dient te beschaven. Mensen dragen sociale verantwoordelijkheid. Humanisten uit stemmen in met de Reformatie: dat wil zeggen dat ze niet streven naar een verandering van de theologie, maar vooral van de religieuze levenspraktijk.

1400-1650 (ongeveer)

De Renaissance begint in Itali?. Amsterdam heeft ? 10.000 inwoners. De renaissance (her-geboorte) is de naam voor een periode van groei in Europa, zowel in economisch opzicht als op het gebied van de wetenschap, de sociale en politieke filosofie en de kunsten. De filosofie van de klassieke Grieken en Romeinen wordt in deze periode opnieuw als inspiratiebron gebruikt, waardoor de reflectie minder is gebonden aan de autoriteit van kerk en religie, en meer humanistische thema?s centraal stelt. Door de boekdrukkunst worden boeken goedkoper en toegankelijk voor een breder publiek, waardoor kennis voor meer mensen beschikbaar wordt.

1418

De kerk wordt strakker bestuurd. Er komt een einde aan de situatie dat er meerdere pausen zijn.

1435

Uitvinding van de boekdrukkunst door de Duitser Gutenberg.1440
Oorlog tussen Amsterdam en de Hanzesteden (Amsterdam wint).

1453

De Turken brengen het Oost-Romeinse rijk (Byzantijnse Rijk) ten val.

1486

De Italiaanse humanist Pico della Mirandola (1463-1494) houdt een beroemd geworden rede over de waardigheid van de mens. Anders dan andere denkers uit zijn tijd geeft hij de mens geen vaste plaats in de kosmische hierarchie. Naar zijn overtuiging schiep God de mens als een vrij wezen.

1492

Columbus ontdekt Amerika. En de Spanjaarden heroveren Spanje op de Arabieren (in 1469 ontstaat Spanje door een huwelijk tussen koning Ferdinant II van Arag?n en Koningin Isabella van Castili?).

1498

De Portugees Vasco da Gama ontdekt Indi?.

1500

Portugal bezet Brazili?.

1509

De humanistische filosoof Desiderius Erasmus (1469-1536) uit Rotterdam publiceert zijn satirische Lof der zotheid, waarin hij de mens op de hak neemt met al zijn ondeugden. Erasmus is aanvankelijk een kloosterling, maar vertrekt in 1493 naar Parijs om te gaan studeren. Hij reist langs diverse Europese steden en mengt zich in het politieke en religieuze debat. Erasmus is bekend geworden om zijn scherpzinnige humor, maar ook op zijn humanistische visie op opvoeding, politiek en religie.

1517

Maarten Luther spijkert 95 stellingen op de kerkdeur in Wittenberg.

1519

Magelhaen vaart op last van de Spaanse koning uit om Indi? te bereiken via Amerika. Dit wordt de eerste tocht om de wereld. En de Italiaanse schilder en geleerde Leonardo da Vinci (geb. 1452) overlijdt.

1521

Karel V verbiedt het Protestantisme.

1527

Opstand in Utrecht tegen de bisschop. In 1528 vraagt de bisschop steun aan Rome, en levert in ruil daarvoor zijn wereldlijke macht in.

1534

Koning Hendrik VIII van Engeland richt de Anglicaanse kerk op en laat zich door het parlement benoemen als hoofd.

1543

Nicolaus Copernicus sterft in Frauenburg (tegenwoordig Fromborg, Polen). Hij ontwikkelde de heliocentrische theorie, die stelt dat de zon in het midden van het zonnestelsel staat en dat de planeten er omheen draaien. Hij publiceerde deze theorie, die in tegenspraak was met de leer van de katholieke

1567

Slag bij Heiligerlee. Begin van de 80 jarige oorlog.

1584

Willem van Oranje wordt in Delft vermoord door Baltazar Gerards.

1596-1650

De filosofie van Ren? Descartes staat aan de basis van de moderne wijsbegeerte, want hij heeft zeer veel invloed gehad op de moderne wetenschapsfilosofie en psychologie. Hij is vooral beroemd geworden om zijn Discours de la m?thode, eigenlijk een inleiding op een groter werk, waarin hij op een toegankelijke essa?stische wijze in de volkstaal Frans ?niet in het gebruikelijke Latijn- verslag doet van zijn zoektocht naar de waarheid. Het enige waarvan hij zeker kan zijn is zijn eigen capaciteit om te denken: ?ik denk dus ik besta? is zijn bekende motto. Dit is de basis van de rationalistische benadering van de wetenschap. Hij woont tussen 1629 en 1649 op verschillende plaatsen in het tolerante Nederland, omdat hij in zijn eigen land ?Frankrijk- om zijn filosofie wordt vervolgd.

1600

Amsterdam heeft 40.000 inwoners.

1602

Oprichting V.O.C. Verenigde Oostindische Compagnie); deze richt zich vooral op de Molukken.

1621

Oprichting van de W.I.C. (Westindische Compagnie); deze richt zich op de westkust van Afrika en de oostkust van Amerika.

1623-1662

Blaise Pascal is zowel filosoof, als wiskundige en fysicus. Hij ontwikkelt geen wijsgerig systeem, maar is vooral bekend geworden om zijn verhandelingen over het geloof. Het geloof is met het ontstaan van de moderne wetenschappen niet langer de steunpilaar van mensen, maar moet volgens Pascal beschermd worden tegen ongelovigen. Zijn belangrijkste argument luidt dat een mens beter kan gokken dat God er is, omdat hij anders het eeuwige leven na de dood riskeert.

1632-1677

Benedictus de Spinoza is geboren in Amsterdam als zoon van een joodse koopman die uit Portugal naar Nederland is gevlucht. Spinoza verdiende zijn brood met het slijpen van lenzen, maar onderhield ondertussen contact met hoge geleerden uit zijn tijd. Hij schreef Tractatus theologico-politicus, waarin hij kritiek leverde op de openbaring en religieuze tolerantie verdedigde. In zijn Ethica beschrijft hij het leven als een ijdel najagen van verlangens, waaraan men alleen kan ontsnappen door kennis van het waarlijk goede.

1632-1704

John Locke geldt als een van de belangrijkste empiristen. Hij bestrijdt de rationalistische stelling dat idee?n aangeboren zijn, of door God gegeven, en beweert in plaats daarvan dat ze ontstaan door de ervaring. De ervaring is volgens hem de bron van ware kennis. Dit maakt hem tot de historische tegenpool van Ren? Descartes.

1633

Galileo Galilei (1564-1642) wordt in een kerkelijk proces veroordeeld tot levenslang huisarrest omdat hij de heliocentrische theorie van Copernicus verdedigt. Galilei geldt als grondleggen van de hedendaagse astronomie, en was een van de eersten die een telescoop gebruikte. Daarmee ontdekt hij de vier manen van Jupiter, de schijngestalten van Venus en kraters op de maan.

1648

Vrede van Munster. Nederland wordt door Spanje erkend als onafhankelijke natie. Evenals door het Duitse rijk, het betekent het einde van de 80 jarige oorlog.

1650- 1799 (ongeveer)

De Verlichting is de naam voor een periode waarin de wetenschap een enorme ontwikkeling doormaakt en opvattingen over politiek en filosofie grondig worden gewijzigd. De Verlichting kenmerkt zich door een enorm optimisme ten aanzien van de menselijke mogelijkheden. Het middel waarmee de mens zich kan emanciperen, is de rede. Door te kijken, te bestuderen en te redeneren kan een mens de wereld, samenleving en natuur begrijpen en er controle over uitoefenen, zodat mensen minder kwetsbaar worden voor de speling van het lot. De Verlichting is een emancipatiefilosofie van de burgerij, die wordt gesymboliseerd door de Franse revolutie.

1667

Nederland ruilt Nieuw-Nederland (het gebied van New York) met de Engelsen voor Suriname.

1670

De Fransen koloniseren het gebied rond de Mississippi (in 1680 stichten zij Louisiana).

1687

De natuurkundige, wiskundige, filosoof en alchemist Isaac Newton (1643-1727) publiceert in zijn Principia Mathematica de wet van de zwaartekracht.

1709

De Engelsman Abraham Darby smelt ijzererts met behulp van cokes. Dit markeert het begin van een ontwikkeling die de productie van ijzer verbetert, en maakt de bouw van ijzeren bruggen mogelijk en -na 1800- van spoorwegen en locomotieven. Hierdoor kan de aanvoer van grondstoffen en de distributie van producten vlotter verlopen en wordt de industri?le revolutie mogelijk gemaakt.

1711-1776

De Schotse filosoof David Hume schreef zijn belangrijkste werk A Treatise of human nature al toen hij 28 jaar oud was, maar het werk viel in eerste instantie dood van de persen. Hij had zich overwerkt, en de conclusies van het werk waren ook al niet opwekkend, dus hij verviel in een diepe melancholie die hij bestreed door veel lol te maken met vrienden. Hume?s eerste boek kan het beste worden beschouwd als een zeer consequente doordenking van het empirisme als basis van kennis. Hume stelde dat we alleen maar afzonderlijke zintuigelijke indrukken kunnen verkrijgen op grond van de ervaring, die op zichzelf nog geen kennis zijn. We zijn afhankelijk van de gewoonte om afzonderlijke indrukken samen te voegen tot begrijpelijke verbanden, zoals bijvoorbeeld causale verbanden.

1740

Publicatie van de encyclop?die door de filosofen Denis Diderot en Jean le Rond d?Alembert, waaraan meer dan honderd Franse denkers meewerken. Het doel is kennis toegankelijk te maken voor ieder mens, en om te voorkomen dat autoriteiten zoals de kerk macht verkrijgen over het individu. Progressie voor de mens ligt volgens hen in een betere kennis van de mens over de technologie en de natuur, en de menselijke samenleving.

1748

Charles-Louis de Secondat, alias Montesquieu (1689-1755) publiceert zijn L?esprit des lois. Dit werk is vooral bekend geworden door de leer van de machtsscheiding die erin naar voren komt: de uitvoerende, wetgevende en de rechtelijke macht moeten volgens Montesquieu van elkaar worden gescheiden.

1755

Publicatie van Discours sur l?origine et les fondements de l?in?galit? (Vertoog over de ongelijkheid) door Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), waarin hij een visionaire schets geeft van een samenleving waarin vrijheid, gelijkheid en broederschap heerst. Dit boek heeft de revolutionairen in Frankrijk zeer ge?nspireerd. Rousseau ook gezien als de denker die een aanzet gaf tot de Romantiek met zijn latere werken zoals zijn Confessions (bekentenissen) en Les r?veries du promeneur solitaire (Overpijnzingen van een eenzame wandelaar). In deze werken richt Rousseau zich namelijk op zijn innerlijk, waarin hij een puurdere waarheid denkt te kunnen vinden dan in het sociale.

1759

Publicatie van Candide ou l?optimisme, een van de bekendste toneelstukken van de Franse filosoof Voltaire (1694-1778), die naast Jean-Jacques Rousseau en Denis Diderot geldt als ??n van de belangrijkste inspiratoren van de revolutionairen in Frankrijk Voltaire?s werk kenmerkt zich door een spottende ondermijning van de maatschappelijke orde en de Katholieke Kerk. Hij populariseert het werk van Newton, pleit voor tolerantie en publiceert vele polemische geschriften en toneelstukken. Candide bespot de na?viteit van mensen die geloven wat autoriteiten hen zeggen.

1767

De Engelse Hargreave vindt een spinmachine uit. Dit leidt in 1771 tot de eerste spinfabriek in Cromford, waarin katoenen kleding massaal en goedkoop wordt geproduceerd: begin van de industri?le revolutie.

1768

De Engelse James Watt vindt de stoommachine uit.

1770- 1900 (ongeveer)

Industri?le revolutie. De industri?le revolutie begint in Engeland rond 1770 wanneer de eerste kledingfabriek ontstaat, en markeert een enorme verandering in het productieproces. Mensen produceren niet langer thuis of in kleine werkplaatsen, maar massaal in fabrieken waar grondstoffen met treinen worden aangeleverd e eindproducten weggevoerd. Rondom de fabrieken ontstaan steden en er groeit een klasse van arbeiders die vaak onder slechte omstandigheden moeten leven en werken. Dit industrieproletariaat zou later de voedingsbodem voor het communisme vormen. Na Engeland komt de revolutie ook in andere landen op gang. Nederland volgt pas in de tweede helft van de 19e eeuw.

1778-1783

Frans-Engelse oorlog.

1781

De Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) publiceert zijn zijn Kritik der Reinen Vernunft, het eerste werk dat hem beroemd zou maken. Daarna volgen in rap tempo alle andere werken die de Westerse filosofie diepgaand hebben be?nvloed. Zowel op het gebied van de ethiek en de rechtsfilosofie, als in het domein van de wetenschapsfilosofie is zijn werk baanbrekend. Hij slaat bijvoorbeeld een brug tussen de rationalistische en de empiristische benadering van de wetenschap, door te argumenteren dat het verstand bepaalde kategorie?n oplegt aan de ervaring. Daarnaast heeft Kant enorm invloedrijke werken geschreven op het gebied van de ethiek. Zijn ethische werken publiceerde hij pas toen hij al zijn 60-ste levensjaar is gepasseerd.

1789

Begin van de Franse revolutie. De Franse koning Louis XVI roept de Staten-Generaal bijeen omdat Frankrijk in grote financi?le moeilijkheden verkeert. Omdat het besluit tot hervormingen ?mede door steun van de koning- niet democratisch geschiedt maar per sociale stand, ontstaat er onvrede onder de burgerij. Deze roept zichzelf uit tot Nationale gondwetgevende vergadering, die streeft naar een Franse grondwet. De koning probeert deze Nationale Vergadering uiteen te jagen. Als de bevolking van Parijs daar lucht van krijgt bestormt ze op 14 juli de Bastille. Dit is het begin van de Franse revolutie. Op 4 augustus schaft de vergadering de speciale rechten van de adel af, op 26 augustus zij de Verklaring van de rechten van de mens en de burger aan. Op 6 oktober wordt de koninklijke Familie gedwongen van Versailles naar Parijs te verhuizen. In november worden de uitgebreide kerkelijke goederen onteigend.

1789

De Britse jurist en filosoof Jeremy Bentham (1748-1832) publiceert zijn meest bekende werk An Introduction to the Principles of Morals and Legislation. Bentham is de grondlegger van het utilisme. Hij geeft de ethiek vorm naar analogie met de moderne wetenschap. Dat betekent dat hij ?goed? en ?kwaad? parafraseert als lust, genot of plezier, en pijn, onlust of verdriet dat meetbaar is. De handeling die het meeste geluk produceert is de nuttigste, ofwel produceert de grootste utiliteit.

1791

Op 25 juni wordt koning Louis XVI met zijn gezin aangehouden nabij de Frans-Duitse grens. Hij probeert, vermomd als kamerheer, naar Duitsland te vluchten, maar wordt herkend. Op 3 september wordt de beloofde grondwet aangenomen. De Koning legt de eed op de grondwet af. Frankrijk is nu een constitutionele monarchie.

1792

Frankrijk verklaart de oorlog aan Oostenrijk en later aan Pruissen. Vanwege de aanhoudende instabiliteit sinds 1789 is het leger sterk verzwakt en niet opgewassen tegen de vijand. De motieven voor een oorlog zijn verschillend. De koning wil populariteit winnen door de oorlog, maar dat mislukt. De republikeinse Girondijnen winnen steun onder de bevolking en krijgen een meederheid in de Wetgevende Vergadering, die op 22 september verklaart dat Frankrijk een republiek is.

1793
De Franse koning sterft onder de guillotine.

1799

Franse staatsgreep door Napoleon Bonaparte.

1800-1900

De Romantiek. De Romantiek ontstaat uit een twijfel of de hooggestemde idealen van de verlichting wel haalbaar zijn, en het rationele, wetenschappelijke denken wel zo almachtig. De onvolkomenheid van de verstandelijke, rationele kennis om tot inzicht in de zin van het leven te komen, uit zich in eerste instantie in onvrede met het dagelijkse bestaan, het zich niet thuis voelen. Van hieruit zijn de Weltschmerz, de melancholie en het onvervulde verlangen te begrijpen, dat veel romantische kunst doortrekt. In plaats van te zoeken naar kennis van de buitenwereld die we toch nooit helemaal kunnen kennen, kijkt de romanticus naar binnen: naar de oneindige, onmeetbare binnenwereld van onze emoties, driften, fantasie?n, visioenen en dromen, waar we direct, zonder de bemiddeling van het verstand, toegang tot hebben.

1802

Richard Trevithick bouwt de eerste stroomlocomotief, de vader van alle andere.

1804

Napoleon wordt door de senaat tot keizer van Frankrijk verheven. Tot 1815 is hij aan de macht. Dan wordt hij verslagen bij Waterloo en wordt verbannen naar het eiland Sint Helena.

1807

Georg Friedrich Hegel (1770-1831) publiceert zijn belangrijkste werk Ph?nomenologie des Geistes, een uiteenzetting van het 'verschijnen' van de geest aan de menselijke ervaring. De geest wordt op een universele manier opgevat, en duidt op de begrijpelijkheid van alle ethische, politieke, sociale en religieuze aspecten in de wereld. Het verschijnen van de geest geschiedt volgens Hegel via een dialectisch proces en heeft verschillende stadia. Uiteindelijk zal het zich in de geschiedenis voltooien. De mens is in dit proces de centrale figuur. Zijn filosofie met de centrale positie voor de geest wordt een voorbeeld van Idealisme genoemd.

1815
Nederland wordt een koninkrijk. Willem I wordt tot koning gekroond. En afschaffing van de Slavenhandel.

1819

Arthur Schopenhauer (1788-1860) publiceert zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung, waar hij in latere jaren allerlei losse bijlagen aan toevoegt. Kant heeft grote invloed op zijn werk, en daarnaast ook de oosterse filosofie van het boeddhisme en het hindou?sme. Schopenhauer vond Hegels Idealisme onzinnig. Hij stond erop om in de universiteit van Berlijn college te geven om dezelfde tijd als Hegel, zodat de studenten moesten kiezen.

1855

De Deense filosoof Soren Kierkegaard sterft (geb.1813). Hij was een belangrijke inspirator van de existentialisten in de Twintigste Eeuw. Kierkegaard studeerde theologie, waaronder ook wijsbegeerte viel, en legde sterk de nadruk op het existeren als basiservaring en wees op de individuele verantwoordelijkheid die daarmee samenhing. Hij geeft bijvoorbeeld een beschrijving van verschillende manifestatievormen van het individu, waarmee hij een richtlijn probeerde te geven aan het leven van zijn lezers. Zijn eigen bestaan dient steeds als uitgangspunt in zijn boeken als Of, of, Vrees en beven, Het begrip angst of De ziekte tot de dood.

1859

De slavernij wordt verboden in Nederlands Indi?. Eduard Douwes Dekker, alias Multatuli (1820-1887) publiceert Max Havelaar.

1859

De Britse utilist John Stuart Mill (1806-1873) publiceert zijn klassiek geworden boek over vrijheid On liberty. Het is een fel pleidooi voor individuele vrijheid en tolerantie. Mills utilisme is een voortzetting van dat van zijn vader James Mill en de huisvriend van het ouderlijk huis Jeremy Bentham, maar legt meer nadruk op de individuele belevingswereld en de persoonlijke manier waarop het streven naar geluk gestalte moet krijgen. Hij is ook een van de eerste feministische denkers en publiceert in 1869 The subjection of women.

1863

De slavernij in de West (Suriname en de Antillen) wordt verboden

1865

Eerste expositie van het werk van de schilder Claude Monet (1840-1926) in de Salon. Camille Doncieux. Begin van de impressionistische schilderkunst, die in de tweede helft van de Negentiende Eeuw een groep kunstenaars inspireert, waaronder Edouard Manet, Paul C?zanne, Paul Gaugain en Vincent van Gogh.

1867

Karl Heinrich Marx (1818-1883) publiceert het eerste deel van Das Kapital, het tweede en laatste deel worden postuum door Engels uitgegeven. Marx wordt gezien als de grootste inspirator van het communisme. Hij is ge?nspireerd door de filosofie van Hegel, maar laat diens idee van de Rede of Geest los en spreekt in plaats daarvan concrete werkende mensen. Deze mensen behoren door wat zij doen tot een sociale klasse, en zijn sinds het begin van de geschiedenis in een klassenstrijd verwikkeld. De laatste klassenstrijd vindt volgens Marx plaats tussen de bourgeoisie en het arbeiders-proletariaat en resulteert in de klasseloze maatschappij.

1890

Vincent van Gogh (geb. 1853) pleegt zelfmoord.

1895

Wilhelm Conrad R?ntgen (1845-1924) ontdekt de x-stralen

1895

Ontdekking van de cin?matografie door de Franse broers Auguste en Louis Lumi?re. In 1896 vindt de eerste filmvertoning in Nederland plaats.

1889

Friedrich Nietzsche (1844-1900) stort volgens de overlevering ineen bij het zien van een koetsier die zijn paard afranselt. Vanaf dat moment is hij geestelijk en lichamelijk een wrak tot aan zijn dood. Hij wordt verzorgd door zijn zus, die de nalatenschap van haar broer na zijn dood ordent maar ook verandert. Mede hierdoor inspireert zijn werk het Nationaal-Socialisme in de Twintigste Eeuw. Nietzsche heeft belangrijke boeken gepubliceerd zoals Wille zur macht, Die fr?hliche Wissenshaft en Genealogie der Moral in een engagerende en gepassioneerde stijl, vol spot en hoon, die een avontuur zijn om te lezen. Elke vorm van systematiek wordt gemeden omdat dit volgens Nietzsche een teken van zwakte is. Hij schrijft over kennis, taal en interpretatie en ethiek Nietzsche geldt als een belangrijke inspirator van het postmodernisme in de Twintigste Eeuw.

1900

Edmund Husserl (1859-1938) is de leider van de Duitse fenomenologische beweging, en publiceert in dit jaar en in 1901 het werk waaraan hij zijn bekendheid ontleent: de Logische untersuchungen. In dit werk probeert Husserl het innerlijk landschap van het bewustzijn in kaart te brengen, om de verschillende gebieden te beschrijven waarin de psyche zich manifesteert. Zijn voorganger Franz Brentano (1838-1917) heeft reeds een onderscheid gemaakt tussen voorstellen, oordelen en gemoedsbewegingen, en Husserl breidt dit verder uit door bijvoorbeeld te laten zien dat ?voorstellen? in het Duits dertien verschillende betekenissen kan hebben. Husserl is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de fenomenologie en de hermeneutiek in de Twintigste Eeuw.

1912

De door journalist E.F.E. Douwes Dekker gestichte Indische Partij neemt de eis tot onafhankelijkheid in het programma op.

1902

De Britse filosoof G.E. Moore (1873-1958) publiceert zijn Principia Ethica dat een zeer belangrijke rol speelt in de Angel-Saksische analytische ethiek van de Twintigste Eeuw. Moore beweert in dit boek dat ?goed? niet definieerbaar is en dat de wetenschappen daarom niet geschikt zijn om vorm te geven aan de ethiek. Zijn argument hiervoor is nog steeds een struikelblok voor iedere analytische ethicus. Moore concludeert zelf dat moraliteit een ander soort realiteit is, en dat het volgens andere methodes moet worden onderzocht, en wordt gezien als een van de grondleggers van het intu?tionisme.

1914-1918

Eerste Wereldoorlog. Op 28 juni 1914 wordt in Sarajevo, de hoofdstad van Bosni?, de aartshertog Franz-Ferdinand vermoord. Hij was de neef van de keizer van Oostenrijk-Hongarije en diens troonsopvolger. Deze moordaanslag bracht het hele mechanisme van bondgenootschappen op gang, en wordt daarom algemeen beschouwd als de aanleiding tot de oorlog. Het wordt een wereldoorlog genoemd omdat er op plaatsen rond de hele wereld wordt gevochten. Allereerst tussen Frankrijk, Duitsland, Belgi?, Rusland en Oostenrijk-Hongarije, maar daarna gaan ook Itali?, Turkije, Japan en de Verenigde Staten meedoen. WO I is de eerste oorlog die zo omvangrijk is, en waarin moderne wapens worden gebruikt. De moderne technologie blijkt de mens dus niet alleen te helpen, maar kan ook worden gebruikt om hen te vernietigen. 1914 wordt vaak gemarkeerd als het jaar waarin er een nieuw tijdperk begint. Nederland blijft in deze oorlog neutraal.

1917

Russische Revolutie. De tsaar Nicolaas II, lid van de Romanov-familie die toen al 300 jaar regeerde, wordt gedwongen om af te treden. Het was de eerste revolutie die de macht overnam in naam van arbeiders en boeren. Later inspireerde deze revolutie ook de opstanden in China en in Cuba, wat daar ook tot een verandering van het regime heeft geleid. De revolutie begon in Rusland in maart 1917 met de vorming van een voorlopige regering. Deze regering, die door het volk niet radicaal genoeg bevonden werd, werd omvergeworpen in november, toen Lenin en de bolsjewieken aan de macht kwamen en Rusland omvormden tot de eerste communistische staat van de wereld.

1919

Achturige werkdag wordt ingevoerd in Nederland.

1922

Eerste verkiezingen met algemeen mannen en vrouwen kiesrecht in Nederland.

1922

Ludwig Wittgenstein (1889-1951) publiceert zijn eerste boek de Tractatus-Logico-philosophicus, waarvoor hij aantekeningen maakte in de loopgraven van de eerste wereldoorlog. In dit werk lost hij alle problemen op omtrent de grondslagen van de logica waarnaar zijn leermeesters Russell en Frege op zoek zijn. Hierna verlaat hij de filosofie en wordt hij onderwijzer in een dorp in Oostenrijk, waar hij zich langzaam ontwikkelt tot zijn eigen grootste criticus. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog publiceert hij het eerste deel van zijn Philosophische untersuchungen, waaraan hij tot het einde van zijn leven werkt. Hierin beschouwt hij de taal als een gegeven dat zich organisch ontwikkeld in de interactie tussen mensen, wat in schril contrast staat met zijn eerdere fundamentele onderzoek Zowel de jonge als de oude Wittgenstein heeft enorme invloed op de hedendaagse filosofie, maar de jonge inspireert de angel-saksische analytische filosofie, de oude speelt een belangrijke rol in de hermeneutiek van de continentale Europese filosofie.

1925

Begin van de Wiener Kreis. Dit wordt gevormd door een groep wetenschappers en filosofen met leden als Moritz Schlik, Hans Hahn, Otto Neurath en Carnap. Zij willen een wetenschappelijke visie op de wereld bevorderen en verbreiden, en benadrukken het belang van exact onderzoek voor de sociale wetenschappen en natuurwetenschappen. Hun benadering vand e wetenschap is empiristisch.

1927

De Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) publiceert zijn hoofdwerk Sein und Zeit. Heidegger is aanvankelijk een leerling van Husserl maar ontwikkelt zich tot een zelfstandig filosoof die een grote invloed heeft op het existentialisme van de jaren vijftig en zestig en het postmodernisme. In zijn hoofdwerk is hij op zoek naar de ontologie van het menselijke bestaan ?het zijn van de mens- waarbij hij uitgaat van de ervaring, ofwel de stemming.Het is een indrukwekkende poging om de meest vanzelfsprekende begrippen van de filosofie opnieuw te ijken. Heidegger is ook berucht vanwege zijn steun voor het Nationaal Socialisme.

1929

De beurs van Wallstreet stort ineen. De economische crisis van de jaren ?30 begint.

1930

De omroepwet in Nederland maakt verzuiling de basis van het omroepbestel.

1933

Adolf Hitler wint de verkiezingen in Duitsland en wordt Bondskanselier.

1940-1945

Tweede Wereldoorlog. Voor de tweede keer in deze eeuw ontstaat er een oorlog die uiteindelijk de hele wereld omvat. Adolf Hitler breid systematisch het Duitse Rijk uit, en valt op 10 mei 1940 Nederland binnen. Het gevecht eindigt met het bombardement op Rotterdam, een paar dagen later. De Tweede Wereldoorlog geldt als de grootste verschrikking van de Twintigste Eeuw omdat voor het eerst in de geschiedenis technologisch verstand wordt gebruikt om mensenlevens systematisch uit te roeien. Het vereist een enorme organisatie om mensen uit alle delen van Europa op te pakken, te interneren in werkkampen en te doden. In Nederland wordt in 1943 de deportatie van joden naar concentratiekampen voltooid. 90 procent van hen wordt gedood.

1941

Japan valt Nederlands Indi? binnen. In 1942 capituleert Nederland, Japan interneert alle Nederlanders in kampen, en zoekt aansluiting bij de nationalistische bewering die streeft naar onafhankelijkheid.

1945
Om 8.15 ?s morgens dropt de Amerikaanse Boeing Enola Gay een atoombom op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Dit is de eerste keer dat een atoombom wordt gebruikt in oorlogstijd. De bom vernietigt beide steden.

1945

Onafhankelijkheid van Indonesi?.

1945

Oprichting van de Verenigde Naties.

1949

De Franse filosofe Simone de Beauvoir (1908-1986) publiceert haar bekendste non-fictie boek La deuxi?me sexe (De tweede sekse) waarin zij de rol van vrouwen in de maatschappij analyseert. Daarnaast schrijft zij een indrukwekkende reeks romans, en is zij mede-vertegenwoordiger van het existentialisme, dat na de oorlog uitgroeit tot een grote inspiratiebron. Haar levensgezel Jean-Paul Sartre (1905- 1980) geldt in de jaren vijftig en zestig zelfs als een soort ?held?. Sartre presenteert de mens als een vrij individu dat geheel op zichzelf is terug geworpen om vorm te geven aan het eigen leven. De mens is dus geheel vrij, maar ook verantwoordelijk. Zijn romans en toneelstukken, en zijn filosofische werk L??tre et le n?ant, worden tegenwoordig niet veel meer gelezen. De Beauvoir inspireert met haar emancipatoire werk echter een nieuwe generatie vrouwelijke wetenschappers en filosofen.

1950

Om te voorkomen dat het ooit weer tot bloedvergieten en verwoestingen zou komen zoals in de Tweede Wereldoorlog, werd het idee voor de Europese integratie opgevat. Dit idee werd voor het eerst geformuleerd in een toespraak van Robert Schuman (toenmalig minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk) op 9 mei 1950, die voorstelde om de kolen- en staalindustrie in Europa te verenigen. De EU had toen 6 leden. Op die dag - uitgeroepen tot Europadag - wordt nu ieder jaar de "verjaardag" van de Europese Unie gevierd. Daarna verenigden deze landen steeds meer sectoren van hun economie. In 1967 fuseerden de instellingen van de drie Europese Gemeenschappen. Sindsdien bestaat er ??n enkele Commissie en ??n Raad van Ministers, en ook een Europees Parlement. Later kreeg het parlement steeds meer verantwoordelijkheden en zijn er steeds meer landen lid geworden van de Unie.

1953

Watersnoodramp in Zeeland.

1956

Hongaarse opstand. Het Hongaarse volk verzet zich tegen de eigen pro-Soviet regering. De opstand wordt uiteindelijk neergeslagen door het leger van de USSR, die de Hongaarse regering te hulp komt. Het Hongaarse volk vraagt tevergeefs om hulp uit het Westen.

1957

Op 3 november lanceert de USSR het eerste levende wezen in de ruimte: het hondje Laika. Er begint een concurrentie-strijd tussen de USSR en de VS over ruimtelijk onderzoek.

1958

De Joods-Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) publiceert Vita activa waarin zij een originele analyse geeft van de menselijke conditie. Zij onderscheidt drie activiteiten ?arbeiden, werken en handelen- die elk een eigen waarde hebben voor het mens-zijn. Zij studeert bij Martin Heidegger en blijft haar hele leven ge?nspireerd door zijn fenomenologische aanpak, maar in plaats van zijn nadruk op de dood en de existenti?le angst accentueert zij de geboorte en de saamhorigheid. Zij publiceert onder meer ook een analyse van het kwaad naar aanleiding van het proces van oorlogsmisdadiger Eichmann en verschillende beschouwingen over politiek en samenleving.

1960

Publicatie van World and object door Willard V.O. Quine (1908- 2000), wat geldt als een van de kopstukken van de analytische filosofie. De analytische filosofie ziet het als haar taak om filosofische problemen op te lossen door uitspraken en noties te analyseren. Quine kan worden beschouwd als een filosoof die op zoek is naar de formulering van een ideale taal, waarin de wetenschappelijke resultaten in de breedste zin kunnen worden ondergebracht. Hij zet rationalistische en empiristische benaderingen van de filosofie op scherp en argumenteert dat de epistemologie moet worden afgeschaft.

1960

Publicatie van Wahrheit und methode, het opus magnum van de Duitse filosoof-hermeneuticus Hans-Georg Gadamer (1900-2002). Onder invloed van Gadamer is de hermeneutiek, traditioneel begrepen als de leer van het interpreteren, ook in de filosofie van grote betekenis geworden. Gadamer kritiseert het methode-denken dat in de mens-wetenschappen centraal heeft gestaan. In plaats daarvan pleit hij voor een groter belang van de ervaring en de interpretatie in dit domein van de wetenschap.

1961

Bouw van de Berlijnse muur. Tussen 1958 en 1961 speelt zich een belangrijke crisis af rond Berlijn. De aanleiding is de Soviet eis in 1958 dat de geallieerde mogendheden hun rechten en bezettingsprivileges moesten opgeven in Berlijn. Bovendien was de SU van plan de soevereiniteit over Berlijn over te dragen aan de DDR. De westelijke geallieerden zijn niet bereid af te zien van hun positie in Berlijn, waardoor de spanning rond Berlijn oploopt. In augustus 1961 bereikt de crisis zijn dieptepunt: in de nacht van 12 op 13 augustus verbreken de oostduitsers de verbindingen van het oostelijk stadsdeel met het westelijk deel. Ondanks felle protesten verschenen overal prikkeldraadversperringen. In hoog tempo wordt vervolgens de muur gebouwd.

1965-1973

Oorlog tussen de Verenigde Staten en Vietnam. De strijd in Vietnam kwam voort uit een diepe angst voor het Communisme en de Soviet Unie, die terug te voeren is tot de Tweede Wereldoorlog. In die tijd waren de geallieerden (met op de voorgrond de VS) een samenwerkingsverband aangegaan met Rusland tegen een gezamenlijke vijand: Nazi-Duitsland. Na de oorlog besloten Roosevelt, Churchill en Stalin om Duitsland in twe?en op te delen, het westelijke deel onder geallieerd bewind en het oostelijk deel onder Russisch bewind. Berlijn, gelegen in Oost-Duitsland, kreeg dezelfde oost-west verdeling. Maar na de oorlog krijgt West-Europa Marshalhulp van de VS en Oost-Europa wordt door Rusland gesteund, en beide delen van de wereld komen tegenover elkaar te staan. De koude oorlog begon tussen de communistische wereld in het oosten en de kapitalistische in het westen. Dit ligt ook aan de basis van de oorlog in Vietnam, waarin het communisme opgang maakte. De oorlog was erg bloedige en werd uiteindelijk onder hevige maatschappelijke druk gestaakt.

1966

De Franse filosoof en historicus Michel Foucault (1926-1984) publiceert zijn Les mots et les choses, over de menswetenschappen waarin hij het subject afschaft en zich de kritiek van Sartre op de hals haalt. Foucault heeft onderzoek verricht naar het ?weten? in verschillende discipines zoals de psychiatrie, de geneeskunde, het strafrecht en de sexualiteit. mensenwetenschappen en laten zien dat de mens hierin wordt begrepen in ordeningen van wat geldt als ?gezond?, ?goed?en ?normaal? en wat niet. Het individu verdwijnt hierdoor uit beeld.

1969

De Amerikaanse astronauten Armstrong en Aldrin landen op 20 juli om 21:18u Nederlandse tijd op de Maan. Armstrong was de eerste man om voet op de Maan te zetten. Hij deed dat diezelfde nacht, om 3:56u en sprak de beroemde woorden: "That's one small step for a man, but a giant leap for mankind."

1971

Publicatie van A theory of justice door John Rawls (1921-2002), waarin hij de status van de politieke filosofie in het westen redefinieert waarbij hij het ?liberalisme? centraal stelt maar ook sociaal maakt. De liberale staat kan en moet volgens Rawls sociale rechtvaardigheid garanderen door te zorgen dat de burgers basale rechten krijgen en gelijke mogelijkheden. Hij verenigt hiervoor centrale denkbeelden uit het werk van Kant en het utilisme. Rawls geldt als een van de meest vooraanstaande ?en controversi?le- politieke filosofen van de Twintigste Eeuw.

1972

Jacques Derrida (geb.1930) publiceert zijn Marges ? de la philosophie. Derrida geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordiger van het postmodernisme, die een breuk markeert met een tijdperk van denken dat een hoogtepunt bereikt in de filosofie van Kant. Zijn denkwijze is gericht op relativering en doorbraak van vaste structuren, die hij bereikt door een verrassende interpretatie van de centrale termen in de filosofie.

1975

Onafhankelijkheid Suriname.

1981

Massale anti-kernwapen demonstratie in Amsterdam. Dit is een reactie op de wapenwedloop tussen het Oostblok en de Westerse wereld, waarin beide partijen steeds meer kernwapens neerzetten om de wederzijdse dreiging in evenwicht te houden.

1981

Publicatie van After virtue door Alasdair MacIntyre (geb 1929), wat een periode inluidt waarin verschillende filosofen opnieuw interesse tonen voor een deugdenethische benadering van de ethiek die sterk is ge?nspireerd door Aristoteles. Ethici zoals Martha Nussbaum, Charles Taylor, Michael Walzer en Bernard Williams publiceren in de periode hierna boeken die een deugdenethische benadering van ethiek bepleiten.

1989

Val van de Berlijnse muur. Na een periode van protestbijeenkomsten, met als hoogtepunt de massale demonstraties van 7 en 8 oktober en van 4 november voor een democratische vernieuwing van de DDR, treedt de regering af. Op 9 november opent de DDR aar grens naar West Berlijn en de Bondsrepubliek.

1991

De VN bevrijdt Saoudie Arabi? van de Irakese bezetter. Eerste Golfoorlog.

2001

Terroristische aanslagen van 11 september door Islamitische extremisten. Vliegtuigen boren zich in de twee torens van het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington DC.

2002

De VN ontzet de moslim-extremistische taliban-regering in Afganistan uit de macht, omdat zij bescherming bieden aan de moslim-extremistische terroristische beweging van Osama bin Laden, Al-Quaida.

2003

Tweede Golfoorlog. De VS en Engeland vallen Irak aan om het tirannieke regime van Saddam Houssein ten val te brengen, dat de VN-wapeninspecties ontduikt die sinds de eerste golfoorlog verplicht zijn gesteld. Beide landen veronderstellen dat Irak massa-vernietigingswapens verbergt die een bedreiging zijn voor de wereld en dat Irak Al-Quaida steunt. De VN doet niet mee: Frankrijk en Duitsland vinden de bewijzen te mager.