Theoriekamers

Introductie

1. Wie bent u?

Ik ben John Stuart Mill, samen met Jeremy Bentham ben ik de grondlegger van de bekendste variant van de zogenaamde gevolgenethiek: het klassiek utilisme.

2. Wat is uw definitie van 'moreel goed handelen'?

Goed handelen is dat handelen dat goede gevolgen voortbrengt. De wenselijkheid van die gevolgen moet gemeten worden in termen van utiliteiten, dat zijn veranderingen in de totale hoeveelheid ervaren geluk van alle betrokkenen.

3. Kunt u mij uw morele ondergrens aangeven? Welke handelingen zijn zowieso moreel verwerpelijk?

Mijn morele ondergrens zegt: vermijd elk lijden! De tegenpool van de gelukservaring is de ervaring van lijden; ook zij kan gemeten worden door de gevolgen van handelingen te overzien
Een handeling is dus immoreel wanneer deze schade aanricht (of vergroot) aan wezens die kunnen lijden. Deze ondergrens van moraal wordt wel aangeduid als het 'No Harm-Principle'.

4. Heeft u ook u een ideaal principe, waarmee je de morele juistheid van alle voorgenomen handelingen kunt beoordelen?

Onze klassieke formule om het morele gehalte van voorgenomen handelingen te toetsen, luidt: "realiseer het grootste geluk voor het grootste aantal betrokkenen". U ziet, ethiek HOEFT niet abstract te zijn! Dit zogenaamde beginsel van nut-maximalisering geeft een praktische leidraad in de omgang met morele dilemma's , maar het legt u tegelijkertijd een grote sociale verantwoordelijkheid op.